Blog
- Geej se lèllike voel hod!
- I Suppose Ultimately I´m Interested In Music I´m A Musician I´m Not A Gunslinger That´s The Difference Between What I Do And What A Lot Of Guitar Heroes Do ~ The Edge
- I have just sunk to a brand new low... and I'm not surprised to see you here!
- deelnemen is voornamer dan meedoen
- Misschien moet men eens proberen om de Schijf van Phaistos op een platenspeler af te spelen?
- Tenzij er iemand heeft moeten overgeven. Dan kan je de boeken wel dichtdoen. Of open. Hangt er van af of ze open of dicht zijn. Soms.
- Is wat foto’s na Leuven gestuurd pff nog geen oog dicht gedaan.
- Het geluid van de doortrekkende stortbak ziet ze als haar applaus.
- da´s net zoiets als digitale TV maar dan HEEEELEMAAAAAAL anders
- Hello. And Bye.
- Het was broeder Eluterius die kort na zijn geboorte reeds in 1970 een begin maakte met deze traditie
- Het spijt me, maar je vrouw vond het ok.
- treinen rijden op rails niet op tijd
- Of die van die moeder die op de slaapkamer van haar zoon komt en ziet dat hij weer met zijn denkbeeldige vriend aan het praten is, en dan tot God bidt om hulp.... WOEHAHAHA!!
- Denk an mich und lass ein fliegen
- Verknoei je tijd op een nuttige manier!
Weefsnitje en de deven zergen
Brigitte, 2004-04-15
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
Er leefde eens, veel her weg in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje, en dat scheel hoon meisje heette weefsnitje.
Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand, de de biefstoeder, de moze biefstoeder van Weefsnitje.
En iedere dag trok zij haar kloenste scheetje aan, en dan ging ze voor het wiegeltje staan, en da zei ze:
“Wiegeltje wiegeltje aan de spand, wie is de vroenste schouw van lans het gand?”
En dan antwoordde dat wiegeltje: “Biefstoeder, je bent scheel hoon, maar Weefsnitje is muizendschaal doner dan jij.”
En dan werd die moze biefstoeder beeds stozer.
En op dekere zag, ging zeij vrorgens smoeg naar de joze bager, “joze bager” zei ze, “jij gaat weefsnitje nidkappen en haar achterlaten in het wonkere doud.”
En de joze bager, de leersmap, die had een klare zijk op de kaak. Hij was vroeger nog matroos geweest en had zeven jaren op zijn slip gescheten.
De joze bager dus sprong op zijn perk staard, pakte zijn wietgescheer en met zijn klatte zoten smeet hij weefsnitje in het wuikgestras.
En Weefsnitje, ocharme, zat daar te schruilen van de hik. Het zat daar vol met woute stolven.
Maar toen kwamen daar uit het heupelkrout de deven zergjes die ergens in het doud in een harig kutje woonden.
Zij zagen Weefsnitje liggen en, met verkrachte eenden, brachten zij Weefsnitje naar een haddenstoelen puisje.
Toen kwam daar opeens de prone schins voorbij, ook al pezeten op een pert staard, eigenlijk een pimmelschaard.
Hij zag Weefsnitje liggen, want zei lag daar in een klazen gist. Zei had zich immer verlsikt in een fut struik van de houte steks.
En de prone schins werd natuurlijk zapelstot van Weefsnitje, hij streek haar kak in de ogen en mutste haar op haar recht op haar kont.
Hij nam haar mee, zij trouwden veel en hadde lange kinderen en gaven een groot kannepoekenfeest....
~ Bekeken: 17 × | TOP | THUIS | TERUG
Doe mee!
Eluterius groeit door inbreng van gebruikers. Wil jij ook weetjes delen en dingen toe kunnen voegen? Word lid!
Weekpoll
En ook...
Top-30
De tussenstand in onze Eigenzinnige 30 van
week 47/2024. Muziek van 1950 tot nu!1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
13
BLANCMANGE - Waves 14
14
15
16
17
18
21
22
23
24
THE LOOK - Made It All 17
25
27
THE BEATLES - Lovely Rita 10
28
BOTS - De Lange Weg 31
29
Rechts